Deze typische lekkernij uit Mook en Middelaar, bekend onder de naam 'Moockse Raampjes', is gebaseerd op een waarschijnlijk eeuwenoud verhaal. Het komt voort uit de dagen vlak vóór het begin van de Tachtigjarige Oorlog, uit de periode van de kettervervolging door Alva. Deze Alva was van 1567 tot 1573, in opdracht van de Spaanse katholieke koning Filips de Tweede, landvoogd in de Lage Landen. Met zijn Raad van Beroerte, beter bekend als de 'Bloedraad', voerde Alva een waar schrikbewind onder anders-gelovigen.
In Nijmegen bestond er in die dagen, net als in de rest van Europa, een sterke toename van het aantal volgelingen van Luther, de aanstichter van de Reformatie. Maar de magistraat van de stad wilde het anders oplossen dan met onderdrukking en predikte geloofstolerantie. Dit was tegen het zere been van het Spaanse gezag in Brussel dat Nijmegen bestempelde als: 'Nijmegen, het kwade exempel van Gelre'. Dit werd nog erger toen de protestanten de gegeven vrijheid aangrepen tot het houden van verboden kerkdiensten en opstootjes.
Alva greep hard in. Zijn Bloedraad veroordeelde talloze protestante Nijmegenaren waarvan zo'n 70 gezinnen verbannen werden, niet alleen uit de stad maar uit alle gebieden van de koning van Spanje, waarbij al hun bezittingen verbeurd werden verklaard. Een paar maanden later trok een troosteloze groep Nijmeegse burgers de stadpoort door, met huisraad en spullen die ze uit de verbeurdverklaring hadden kunnen redden hoog opgetast op karren. De kinderen er bovenop en bedrukte mannen en vrouwen aan de leidsels van het paard of sjokkend achter de kar. Het was een triest gezicht.
Zo kwam ook een deel van de stoet door Moock, op weg naar Gennep en nog verder naar Goch in het hertogdom Kleef. Weg van de Spaanse Nederlanden. Toen pastoor Johannes Veeler van Moock de stoet voorbij zijn kerk zag lopen, aarzelde hij geen moment. Hij had juist van zijn parochianen een aantal broden gekregen als bijdrage aan de kerk. Hij opende een raampje in de oude muur van het koor van de kerk, een raampje dat uitzag op de zandweg door Moock van Nijmegen naar Gennep. Deze mergelstenen koormuur is het enige stukje tastbare historie dat uit die tijd nog bestaat in het Mook van nu.
Zodra de stoet zag dat pastoor het raampje geopend had en een heel, vers brood liet zien sprongen de kinderen van de karren en kwamen allemaal naar het raampje, naar dat lokkende brood. Pastoor Veeler gaf ze allemaal een homp vers brood; hij gaf alles weg. Hij zou wel zien wat hij de komende dagen zelf zou eten. De kinderen hadden even weer wat in hun lege maag en wat levenslust in hun ogen en de stoet verdween langzaam de zandweg af, verder naar het zuiden en via Middelaar weg van Spaans gebied.
In de loop van de eeuwen is het verhaal moderner geworden en is het brood veranderd een koekje, maar de goedgeefsheid van pastoor door zijn kerkraampje is onveranderd gebleven en al die tijd bij het haardvuur doorverteld. Het 'Moocks Raampje' is een begrip geworden, een begrip voor een gastvrij Mook. Deze Moockse Raampjes zijn daarmee het symbool geworden voor een hartelijk en gastvrij onthaal van alle toeristen, dagjesmensen en anderen die de mooie omgeving van onze gemeente, die zo rijk is aan historie, komen bezoeken.
Opgetekend 1 juni 2018, stichting Huys te Moock
www.huystemoock.nl