Station Oeffelt lag aan het Duits lijntje, de spoorlijn van de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij. De lijn was omstreeks 1900 een onderdeel van de snelste verbinding tussen Londen, Berlijn en St. Petersburg.
Het station werd geopend in 1873 en werd gesloten in september 1944, als gevolg van de oorlogshandelingen. Na het verlies van de stationsfunctie is het gebouw verbouwd tot woning. Het station is van het 'Hapstype' en vergelijkbaar met het nog bestaande Station Mill.
In 1936-1939 werd de westelijke Maasoever ingericht als verdedingslinie tegen een aanval uit Duitsland. De Maaslinie moest een opmars uit het oosten vertragen, zodat de sterke Peel-Raamstelling in gereedheid kon worden gebracht.
De spoorbruggen bij Oeffelt en Katwijk werden van springladingen voorzien en beschermd door grote rivierkazematten. Langs de Maas kwamen kleine kazematten. Deze bunkers zijn tegenwoordig rijksmonument.
De Brug Oeffelt-Gennep kwam door list en bedrog in vijandelijke handen. Een pantsertrein, met een troepentransporttrein, braken door richting Mill. De brug Katwijk-Mook werd tijdig opgeblazen.
Kruispunt Beugen was de naam van een combinatie van twee stations in Oeffelt. Om verwarring met station Oeffelt te voorkomen, kreeg het station de naam van het buurdorpje Beugen. Hier kruisten de Maaslijn (Nijmegen-Venlo) en het Duits lijntje (Boxtel-Wezel) elkaar.
Station Beugen-Hoog werd in 1883 geopend door de Staatsspoorwegen (SS, de latere NS). Station Beugen-Laag werd eveneens in 1883 geopend, maar door de NBDS. Reizigers konden bij dit, voor Nederland unieke, étage-station overstappen. Er resteert nu nog het voormalige NBDS spoorwachtershuis 45 (Kruispunt 20) en de voormalige woning van de stationschef (Kruispunt 5).
Dit gebied bestaat uit de Kleine en Grote Vilt en ligt nabij Oeffelt.
De grote Vilt bestaat uit een veenmoeras wat is ontstaan circa 12.000 jaar geleden toen een gedeelte van de Maas werd afgesneden. De kleine Vilt ontstond door kleiwinning door de nabij gelegen steenfabriek. Deze fabriek was hier gebouwd omdat dit vlakbij de Duitse grens lag.
Tussen 1850 en 1920 heeft men hier het veen afgegraven en intussen vanaf 2007 tot 2010 heeft men dit gebied hersteld en is deze natuurparel een echte oase voor reigers en ooievaars geworden.
Het Maasheggenlandschap is een eeuwenoud landschap dat uniek is in West-Europa. Het is gelegen tussen Mook en Bergen, maar aan de Brabantse kant van de Maas heeft het de landbouwmechanisering het best overleefd. Hier zijn talrijke kleine percelen die afgescheiden worden door gevlochten heggen van o.a. meidoorn en Sleedoorn. Ertussen groeien vlier, hondsroos, kamperfoelie, etc. Aldus zijn massieve veekeringen ontstaan die met name in de lente een lust zijn voor het oog. De maasheggen bieden aan talrijke vogels en andere dieren een uitstekende beschutting met als resultaat een uitzonderlijk rijke flora en fauna.