Meer dan 75 jaar geleden werd er flink gevochten aan de Maas. Wat gebeurde er in de Maasduinen in de winter van 1944? Historieliefhebber en gastblogger John Silvertand neemt ons mee terug in de tijd. ‘Bewoners schuilden in de kelders, bijna iedereen moest weg.’
Door het mislukken van operatie Market Garden, in september 1944, kwam in Noord-Limburg het front aan de Maas te liggen. De geallieerden en de Duitsers beschoten elkaar dagelijks vele malen en de bevolking moest steeds meer zijn toevlucht zoeken in de kelders.
Gedwongen om te graven
Op de bezette oostelijke Maasoever hadden de burgers het extra zwaar. Zo werd men door de bezetter gedwongen om loopgraven en schuttersputjes te graven. Ook de voedselvoorziening werd steeds moeilijker.
Spionnen
De Duitse Wehrmacht kreeg steeds meer last van de aanwezige bevolking, waar bovendien spionnen tussen konden zitten. De legerleiding realiseerde zich dat de bevolking geëvacueerd moest worden. Zo begon vanaf midden oktober de uittocht uit het Maasduinengebied. Jong en oud, sterk en zwak. Bijna iedereen moest weg!
Een barre zoektocht
Zo kwamen er 75 jaar geleden in het Noord-Limburgse land grote groepen mensen in beweging. Op handkarren, kruiwagens, kinderwagens e.d. hadden ze nog iets van hun bezit kunnen meenemen. Mensen die hoopten ergens veiligheid, eten en onderdak te vinden. Een beeld dat we ook nu nog bijna dagelijks kunnen zien.
Een onbekende wereld
Ze trokken via Duitsland over de Rijn en kwamen via de Achterhoek weer Nederland binnen. Het merendeel kwam in de noordelijke provincies terecht en men werd zo goed mogelijk opgevangen. Het was voor de evacuees een grotendeels onbekende wereld waarin ze terechtkwamen. De mensen hadden er meestal een ander geloof en spraken een ander dialect. Maar meestal verliep de opvang goed. Het zou nog een halfjaar duren voordat men weer naar huis en haard kon terugkeren...
Wat te doen met de tbc-patiënten?
Niet iedereen was geëvacueerd. Er waren zo’n 800 burgers waarmee de Wehrmacht zich geen raad wist. Het waren de patiënten en het personeel van de twee Gennepse tbc-sanatoria. Zo lag in het historisch centrum van Gennep het sanatorium Maria Oord. De grote Rode Kruis vlag op het dak van het nabijgelegen klooster gaf enige bescherming tegen de geallieerde beschietingen. De bedlegerige patiënten lagen echter voor alle zekerheid in de kelders van o.a. het historische stadhuis en de verlaten huizen.
Samenleven met de bezetter
De bijzondere samenleving van Duitse soldaten en sanatoriumbewoners vormde de basis voor een apart verhaal. Opmerkelijk genoeg kon met medewerking van de bezetter toch op 5 december Sinterklaas gevierd worden. Dit verhaal kan men beluisteren bij de ‘luisterkei’ met de titel ‘Sinterklaas op Maria Oord’ . Deze luisterkei ligt bij de ingang van de oude Martinustoren. De enige toren vlakbij de Maas, tussen Mook en Roermond, die de oorlog overleefde. De Rode Kruis vlag gaf blijkbaar ook enige bescherming aan de oude Martinustoren...
De laatste grote slag
Vlak voor Kerstmis werden de patiënten en hun verzorgers met Rode Kruisbussen en vrachtwagens geëvacueerd. Aan beide kanten van de Maas zwegen de kanonnen. Begin januari verdwenen de laatste Maasduinenbewoners en op 8 februari 1945 begon vlakbij, in het Duitse Reichswald, operatie Veritable. Het werd de laatste grote slag aan het westelijk front...