Welkom in de bossen van de Testrik. Dit bos is ongeveer 100 jaar oud. Het werd met kruiwagen en schop aangelegd rond 1907 om de woeste gronden van de Peel nuttig te maken. Akkerbouw was niet mogelijk, daarvoor was de grond te arm. Daarom legde men ‘bos-akkers’ aan: lange, rechte rijen bomen van dezelfde soort, die eens in de zoveel jaar ‘geoogst’ werden. Tegenwoordig wordt het bos zo beheerd, dat ook dieren, planten en recreanten er graag komen: er mogen meer soorten groeien en het mag ruig door elkaar. Veel wandel-, fiets-, speel-, kijk- en luisterplezier!
Dit bos groeit met ‘een boom’ per dag!
Dit bos is 151 hectare groot. En elk jaar breidt de natuur zichzelf uit door houtgroei en zaailingen, zoals eikels die wortel schieten. Dit bos groeit bijna 876 kubieke meter per jaar. Dat is een flinke boom per dag! Nog steeds wordt een deel van de bomen geoogst. Van één boom kun je heel wat maken!
Hout, dat waarschuwt
De eerste bomen in dit bos waren grove dennen. Deze bomen groeien gemakkelijk op arme zandgrond. De stammen gingen naar de Limburgse kolenmijnen. Het stoomtijdperk was in volle gang en men had kolen nodig. De dennenstammen werden als stuthout in de gangen gebruikt. Met reden: dennen laten een waarschuwend gekraak horen voordat ze breken! U kent grove dennenhout waarschijnlijk beter onder de naam: grenen.
Brand!
Tegenover Testrik 3 en 4 staat een laag gebouwtje in het bos. Daar heeft tot de jaren ’70 een houten brandtoren gestaan van 30 meter hoog. Als er gevaar was voor bosbrand, hielden brandweermannen bovenin de wacht. Mobiel telefoonverkeer bestond nog niet. Als de brandweer op de toren zat, werd de lijn van het woonhuis doorgelust en hadden de bewoners die dag geen telefoon. Inmiddels zijn de bomen hoger dan de toren vroeger was.
Een zoete boom
In dit bos groeit ook de berk, een boom die je gemakkelijk herkent aan zijn witte schors. De moderne voedingsindustrie maakt graag gebruik van hem. Uit zijn bast wordt xylithol gewonnen, de suikervervanger die in veel producten zit.
Hebben bomen ook bloed?
Nou en of! Daarom mag je nooit takken afbreken van levende bomen. Ze gaan bloeden. Het is geen rood bloed dat in de bomen stroomt, maar helder sap. Als bomen gesnoeid zijn in de lente, zie je soms aan de afgezaagde takken druppeltjes verschijnen. Dat is bomenbloed.
Weg met inbrekers!
In dit bos kom je misschien ook nog een ander soort sap tegen: hars. Het ruikt lekker, maar plakt vreselijk. Alle bomen met naalden in plaats van blaadjes, zitten vol hars. Daarmee beschermen ze zichzelf tegen beestjes die hen ziek maken. Inbrekers verdrinken gewoon in de hars! Plakhanden kun je met een beetje wasbenzine schoonmaken.
In het Veldense buitengebied staan 5 beeldjes die vierders voorstellen van het lokale carnaval ‘Gekke Maondaag’. Gekke Maondaag werd gevierd door de jongelui die niet welkom waren op het gildefeest,…
Average of 1 reacties.
(Geen onderwerp)